Hoeveel douanerecht bij de invoer van producten in de EU moet worden betaald, hangt onder andere af van de goederencode waaronder de producten worden ingedeeld. Wereldwijd wordt de indeling van goederen bepaald door het Geharmoniseerd Systeem (GS) van de Wereld Douane Organisatie (WDO), een internationale naamlijst met goederen en bijbehorende codes op het niveau van zes cijfers (tariefpost en de postonderverdeling).
De Europese Unie kent in aanvulling op het Geharmoniseerd Systeem een eigen lijst met goederencodes: de Gecombineerde Nomenclatuur (GN). De GN is opgenomen in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987, zie hier de huidige geconsolideerde versie. De GN vult de GS aan met nog eens twee aanvullende cijfers. Daarnaast gelden nog (aanvullende) TARIC-codes.
De TARIC staat voor ‘integrated Tariff of the European Union’ en is een database waarin alle maatregelen met betrekking tot de EU-douanetarief-, handels- en landbouwwetgeving zijn geïntegreerd. Deze TARIC-codes worden gebruikt voor zowel in- en uitvoeraangiften en zijn gebaseerd op de GN. De cijfers van de TARIC-code zijn een combinatie van de GN-code en 2 extra cijfers, die aangeven welke maatregelen en/of verplichtingen gelden voor de in- of uitvoer van dat specifieke product. Per lidstaat kunnen er onderverdelingen of aanvullende codes worden toegevoegd. In deze database staan dus alle maatregelen voor het specifieke product zoals douanerechten, commerciële maatregelen, regelgeving (barrières, wetten) en statistieken. Bij handel met derde landen wordt door de EU de 10-cijferige TARIC-code gebruikt.
Het GS en GN zijn onderverdeeld in 21 afdelingen, die elk een bepaalde groep goederen vertegenwoordigen. Elke afdeling bestaat uit een aantal hoofdstukken. In totaal zijn er 99 hoofdstukken. De eerste twee cijfers van een goederencode staan gelijk aan het nummer van het hoofdstuk.
Posten zijn onderverdelingen van hoofdstukken. Deze zijn weer opgesplitst in postonderverdelingen. Over het algemeen bevatten de eerste posten de basisproducten/ruwe materialen. Hoe verder in de post, hoe meer de producten verwerkt zijn.
Naast het GS en de GN, zijn er ook toelichtingen geschreven bij de afdelingen, de hoofdstukken, de posten en de onderverdeling bij die posten. Op GS-niveau worden deze gemaakt door de Internationale Douaneraad, thans de Wereld Douane Organisatie (WDO). Ook op EU-niveau worden toelichtingen opgesteld, die gemaakt worden door het ‘Comité Nomenclatuur’ van de Europese Commissie. De door de Europese Commissie voor de GN en door de WDO voor het GS uitgewerkte toelichtingen zijn niet rechtens bindend, maar zijn wel belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de verschillende tariefposten.
De indeling van goederen in de GS en ook in de GN verloopt volgens een standaard methodiek, namelijk de zes algemene indelingsregels. De volgorde van deze indelingsregels is van belang en moet dan ook aangehouden worden bij het indelen van goederen onder een bepaalde goederencode.
De aanvraag van een BTI is in principe gedigitaliseerd en moet worden gedaan via het EU (Customs) Trader Portal. Hier vult de belanghebbende het formulier in. Hierin dient de belanghebbende onder andere aan te geven onder welke goederencode hij denkt dat de producten zouden moeten worden ingedeeld. Ook moet de aanvraag alle specifieke informatie bevatten, zoals folders, monsters, een omschrijving van de goederen en hun samenstelling, die de douane nodig heeft om de tariefindeling te kunnen beoordelen.
Na het indienen van een BTI-aanvraag stellen de douaneautoriteiten de aanvrager zo spoedig mogelijk – uiterlijk binnen 120 dagen – in kennis van hun conclusie met betrekking tot de indeling. De douaneautoriteiten hebben overigens nog de mogelijkheid om deze termijn (in beginsel met 30 dagen) te verlengen.
Het gespecialiseerde BTI-team van de douane onderzoekt BTI-aanvragen en neemt een beslissing op de aanvraag door afgifte van de BTI-beschikking. De douane is niet verplicht om een BTI-beschikking af te geven voor de goederencode die de aanvrager in de BTI-aanvraag heeft voorgesteld. De douane kan van mening zijn dat de goederen onder een andere goederencode moeten worden ingedeeld. Het aanvragen van een BTI bergt altijd het risico in zich dat de douane anders over de tariefindeling denkt. Dat risico moet dan ook steeds worden afgewogen tegen de zekerheid ten aanzien van de tariefindeling die wordt verkregen als de douane de mening van de aanvrager over de toepasselijke goederencode zou delen. Een gedegen voorbereiding van een BTI-aanvraag, waarin aandacht wordt besteed aan feitelijke en juridische aspecten, is dan ook essentieel.
Nadat de douane de BTI heeft afgegeven, is deze in principe drie jaar geldig. Er zijn echter gevallen waarin de BTI na afgifte alsnog ongeldig wordt verklaard. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen wanneer de BTI niet (meer) overeenstemt met het douanerecht als gevolg van een wijziging van de GN.
Het kan ook voorkomen dat de Europese Commissie een met de BTI strijdige indelingsverordening afkondigt of dat het Hof van Justitie een uitspraak met betrekking tot de indeling van een product die niet verenigbaar is met een afgegeven BTI. In deze gevallen kan een BTI ingetrokken worden.
Een BTI kan niet op verzoek van de houder worden ingetrokken. Als een importeur op zijn BTI-aanvraag een ongunstige beschikking ontvangt, dan zal hij tijdig bezwaar tegen de BTI-beschikking moeten aantekenen. Mocht een BTI onverhoopt worden ingetrokken, dan kan over reeds gedane invoeraangiften waarbij de BTI is gebruikt niet worden nagevorderd.
Nadat de BTI na drie jaar haar geldigheid verliest, moet desgewenst tijdig een nieuwe BTI worden aangevraagd. In die BTI-aanvraag kan uiteraard verwezen worden naar de eerdere BTI. Aangenomen dat zich tussentijds geen relevante wijzigingen in de regelgeving hebben voorgedaan, zal de douane in de regel dan opnieuw voor drie jaar een BTI afgeven.
De afgegeven BTI is bindend voor de houder, alsmede voor alle douaneautoriteiten binnen de EU. Het feit dat de BTI bindend is voor de houder betekent dat hij in alle lidstaten van de EU waarin het betreffende product wordt ingevoerd, gebruik moet maken van de BTI door de in te voeren producten in de douaneaangifte in te delen onder de in de BTI vermelde goederencode met vermelding van het referentienummer van de BTI in de douaneaangifte.
Op een BTI kan alleen een beroep worden gedaan door de (rechts)persoon die in de BTI is vermeld als de rechthebbende (en voor die persoon is de BTI dan dus bindend). Anderen kunnen er in beginsel geen rechten aan ontlenen. Daarnaast is het van belang dat de goederen, waarvoor de BTI wordt gebruikt, in elk opzicht overeenstemmen met de goederen waarvoor de BTI is afgegeven. De BTI geldt niet voor producten die afwijken van de goederen waarvoor de BTI is afgegeven.
Ondanks dat een BTI slechts bindend is voor de houder ervan, is een BTI afgegeven aan een andere partij natuurlijk niet zonder betekenis. Deze kan als leidraad dienen bij een eigen BTI-aanvraag of als bewijs in een bezwaar- of beroepsprocedure tegen bijvoorbeeld een uitnodiging tot betaling. In het douanerecht geldt immers de vrije bewijsleer. Niet valt in te zien waarom een aan een ander afgegeven BTI niet zou mogen worden gebruikt door een belanghebbende om zijn gelijk aan te tonen in een procedure tegen een beslissing van de douane over een indelingskwestie.
Om een BTI te verkrijgen voor de gewenste goederencode (en het risico op een onwelgevallige beslissing van de douane ten aanzien van de tariefindeling tot een minimum te reduceren), is het zaak een BTI-aanvraag zeer zorgvuldig voor te bereiden en de voorgestelde tariefindeling goed te onderbouwen.
Als de douane de BTI afgeeft voor de goederencode waarop de aanvrager heeft geanticipeerd, is dat uiteraard mooi. Deze kan aan de BTI dan het recht ontlenen om de goederen onder die goederencode te mogen importeren. Uiteraard is er een kans dat de douane een BTI afgeeft voor een goederencode die de aanvrager niet wenselijk vindt (meestal vanwege een hoger percentage aan douanerechten) en onjuist acht.
Als de aanvrager van de BTI het niet eens is met de door de douane afgegeven BTI-beschikking, zal hij tijdig bezwaar tegen de BTI moeten maken. In Nederland is de termijn hiervoor zes weken na de dag van de dagtekening van de beschikking. De douane kan dan worden gevraagd om de indeling van het product in de BTI in bezwaar nog eens te heroverwegen. Echter, het maken van bezwaar tegen een BTI heeft geen schorsende werking. Dit houdt in dat de houder gedurende de bezwaarperiode aan de BTI gebonden is en deze zal moeten gebruiken. Wel is het mogelijk tussentijds “bezwaar tegen eigen aangiften” te maken of kunnen verzoeken om terugbetaling worden gedaan.
Mocht de douane in bezwaar tegen de BTI-beschikking de BTI in stand houden dan staat beroep bij de onafhankelijke douanerechter open. Voor meer informatie over de bezwaar- en beroepsprocedure in douanezaken verwijzen wij naar: Bezwaar- en beroepsprocedures tegen beschikkingen van de douane | Ploum Rotterdam Law Firm.
Een BTI aanvraag kan zekerheid verschaffen over de indeling van de goederen. Dat kan een belangrijk voordeel opleveren. Tegelijk is het niet geheel zonder risico’s om een BTI aan te vragen. De aanvrager zal in de eerste instantie zelf moeten aangeven onder welke goederencode hij denkt dat de goederen ingedeeld moeten worden en deze indeling moeten onderbouwen. Echter, de douane stelt uiteindelijk zelf de definitieve goederencode vast. Als de douane de BTI-beschikking afgeeft voor een andere goederencode met een hoger percentage invoerrecht, dan is een bezwaarprocedure nodig als de belanghebbende zich niet bij de BTI-beschikking wil neerleggen.
De advocaten en douanespecialisten van Ploums team Douane, Handel & Logistiek hebben veel ervaring met het aanvragen van bindende tariefinlichtingen voor klanten en kunnen u helpen met de voorbereiding van uw BTI-aanvraag. Daartoe behoort ook een juridische analyse van de tariefindeling. Wij helpen klanten ook de relevante overwegingen die bij de beslissing om wel of niet een BTI voor een bepaald product aan te vragen in kaart te brengen. Ook voeren wij voor klanten regelmatig bezwaar en beroepsprocedures tegen BTI- beschikkingen die zijn afgegeven voor een onwelgevallige goederencodes. U kunt contact opnemen met ons als u advies nodig heeft over een BTI-aanvraag of bij wilt worden gestaan in een bezwaar- of beroepsprocedure.
Met uw inschrijving blijft u op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen op dit gebied. Vul hieronder uw gegevens in om per e-mail op te hoogte te blijven.
Blijf op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen in uw sector. Vul hieronder uw gegevens in om op maat gesneden juridische updates en uitnodigingen voor evenementen te ontvangen.
Volgen wat u interessant vindt
Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses
{phrase:advantage_3}
{phrase:advantage_4}
We vragen u om uw voor- en achternaam zodat wij die kunnen gebruiken als u zich bijvoorbeeld inschrijft op een Ploum Kennisevent.
Er wordt automatisch een wachtwoord voor u aangemaakt. Zodra uw account is aangemaakt ontvangt u dit wachtwoord in een welkomstmail. U kunt er direct mee inloggen. Dit wachtwoord kunt u indien gewenst ook zelf aanpassen via de wachtwoord vergeten functie.