Politieke conflicten en oorlogssituaties kunnen leiden tot het opleggen van internationale sancties (ook wel beperkende maatregelen genoemd). Met het opleggen van internationale sancties wordt geprobeerd een conflict te voorkomen, wordt gereageerd op een dreigende of bestaande crisis dan wel wordt getracht het gedrag van landen of van personen en bedrijven te beïnvloeden. In de Europese Unie worden sancties worden opgelegd via verordeningen die door de Commissie worden voorbereid. Beperkende maatregelen vormen een belangrijk hulpmiddel in het gemeenschappelijke buitenland- en veiligheidsbeleid van de EU. De EU kan autonoom sancties aannemen, maar beperkende maatregelen zijn veelal ook het gevolg van resoluties van de Verenigde Naties (VN-resoluties).
Anders dan de naam ‘sancties’ suggereert, zijn internationale sancties niet gericht op bestraffing. Met het opleggen van beperkende maatregelen wordt beoogd de internationale vrede en veiligheid te bevorderen, conflicten te voorkomen, democratie en rechtsstatelijkheid te ondersteunen en mensenrechten en de beginselen van het internationale recht te beschermen. Sancties zijn dus op zich niet punitief bedoeld. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat beperkende maatregelen niet als bestraffend worden ervaren. En hierbij moet natuurlijk niet worden vergeten dat het overtreden van sanctiewetgeving wel degelijk strafbaar is. De sanctiemaatregelen van de EU verplichten de lidstaten sancties (strafbepalingen) in hun nationale wetgeving op te nemen die van toepassing zijn bij inbreuken op de bepalingen van de maatregelen. Deze strafbepalingen moeten “doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend zijn”.
Inherent aan internationale sancties is dat zij hun effect in derde landen moeten doen gelden. Zij maken immers deel uit van het buitenland- en veiligheidsbeleid. Sancties zijn gericht tegen derde landen of tegen personen of entiteiten in die landen. Sanctiewetgeving van de EU geldt echter voor zover de EU jurisdictie heeft. Het is van toepassing op het grondgebied van de EU, aan boord van vlieg- en vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen, op alle onderdanen van lidstaten en op alle volgens het recht van lidstaten erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten en lichamen zowel binnen als buiten de EU en op geheel of gedeeltelijk binnen de EU verrichte zakelijke transacties.
Toezicht en handhaving van de sanctiemaatregelen van de EU berust bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. Zij doen dus onderzoek naar gevallen van mogelijke niet-naleving.
Sancties kunnen gericht zijn tegen de overheid van derde landen, maar ook tegen individuen en bedrijven, groepen en instellingen. Sanctiewetgeving is ‘maatwerk’. Sancties moeten uiteraard effectief zijn en moeten proportioneel zijn aan het doel dat met de maatregelen wordt nagestreefd. Zij zijn gericht tegen diegenen die verantwoordelijk zijn voor het beleid of de gedragingen die de EU met de sancties wil beïnvloeden, terwijl tegelijkertijd bijkomende schade voor anderen zoveel mogelijk binnen de perken blijft. Hoewel het onderwerp en de aard van sancties nogal uiteen kunnen lopen zijn sancties zijn te verdelen in:
Als financiële sancties worden opgelegd, worden de tegoeden en economische middelen van de gesanctioneerde personen bevroren en wordt het EU bedrijven en personen verboden financiële diensten te verlenen of aan te bieden. Het verbod voorts om geen tegoeden of economische middelen rechtstreeks of onrechtstreeks aan de gesanctioneerde personen of aan met hen verbonden (rechts)personen of entiteiten ter beschikking te stellen, komt de facto neer op een integraal verbod om nog met deze personen zaken te doen.
In de praktijk kan het een uitdaging zijn om er achter te komen of een gesanctioneerde persoon betrokken is bij een transactie. Gesanctioneerde personen zullen nadat zij op de lijst zijn geplaatst, immers veelal niet meer openbaar zaken willen doen, maar zullen constructies optuigen om achter de schermen alsnog zaken te kunnen blijven doen. Dat vergt dus een zorgvuldig Know Your Customer onderzoek om er achter te komen wie bij het bedrijf waarmee zaken wordt gedaan daadwerkelijk aan de touwtjes trekt.
Bij economische sancties gaat het om een breed scala aan maatregelen dat in de regel neerkomt op het aan banden leggen van de handel in bepaalde goederen en daaraan verbonden diensten. Met het instellen van economische sancties wordt veelal geprobeerd gericht bepaalde sectoren van een gesanctioneerd land te raken. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een verbod op de verkoop, levering en uitvoer van producten die geschikt zijn voor gebruik in de oliesector of andere grondstoffen, maar ook aan de dienstverlening die daarbij hoort en het delen van kennis en expertise. Ook kan de invoer van producten van oorsprong uit gesanctioneerde derde landen in de EU beperkt worden.
Sancties worden steeds vaker ingezet als instrument in een politiek conflict. En dat maakt het niet eenvoudig om de exacte reikwijdte van sancties te bepalen, voor wie ze precies gaan gelden én vooral wanneer. Het opleggen van sancties heeft in de praktijk veelal directe gevolgen heeft voor de zakelijke activiteiten in of met de landen waartegen de sancties zijn gericht.
Naast sanctiewetgeving hebben bedrijven ook nog rekening te houden met exportcontrole. Door exportcontrole wordt toezicht gehouden op onder meer de uitvoer van strategische goederen en diensten. Daarbij gaat het om goederen, inclusief technologie en software, waaraan omwille van internationale afspraken of veiligheidsoverwegingen zoveel strategisch belang wordt gehecht dat uitvoer niet of enkel onder strikte voorwaarden is toegestaan.
Bij strategische goederen gaat het om militaire goederen of zogenaamde ‘dual-use goederen’. Dual-use goederen, in het Nederlands goederen voor tweeërlei gebruik genoemd, zijn goederen die zowel een militaire als civiele toepassing kunnen hebben. In september 2021 is Verordening (EU) nr. 2021/821 tot instelling van een Unieregeling voor controle op de uitvoer, tussenhandel, de technische bijstand en de overbrenging van producten voor tweeërlei gebruik in werking getreden. In Nederland houdt de Centrale Dienst In- en Uitvoer (CDIU) toezicht op de controle van strategische goederen en diensten bij uitvoer. In veel gevallen is een voorafgaande uitvoervergunning nodig of moet een melding worden gedaan.
Exportcontrole en sancties zijn niet hetzelfde, maar het kan voorkomen dat export gecontroleerde producten ook onder een sanctieregime vallen. Een voorbeeld hiervan is het verbod op de verkoop, levering overdracht of uitvoer van goederen en technologieën van tweeërlei gebruik naar een (rechts)persoon in Rusland of voor gebruik in Rusland zoals opgenomen in Verordening (EU) Nr. 833/2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren. Als er sprake is van overlap prevaleren de internationale sancties. Verbieden die een uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik die op grond van de exportcontroleregelgeving met een vergunning toegestaan zou zijn, dan gaat de beperkende maatregel dus voor.
Exportcontroles en sancties kunnen ondernemingen voor complexe en acute vraagstukken stellen. Zeker als er zowel exportcontrole als sancties van toepassing zijn.
Internationale sancties en exportcontrole zijn juridisch complex en raken aan verschillende en uiteenlopende rechtsgebieden. Denk bijvoorbeeld aan het douanerecht. Bij uitvoer van goederen uit de EU moet rekening worden gehouden met sanctiewetgeving en exportcontrole. De CDIU beoordeelt vergunningaanvragen; het team POSS (Precursoren, Oorsprong, Strategische Goederen en Sanctiewetgeving) houdt toezicht op onder meer de regels rond export van strategische goederen.
De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) houden toezicht op de financiële sector in Nederland. Zij controleren of banken en andere financiële instellingen op de juiste wijze uitvoering geven aan de sancties en controleren of de personen en bedrijven waarmee zij zaken doen op sanctielijsten staan.
Sanctiewetgeving en exportcontrole hebben ook impact op contractuele verhoudingen tussen civiele partijen. Wat te doen bijvoorbeeld als een sanctie het afsluiten of uitvoeren van een contract niet langer toestaat? Levert dat contractbreuk of aansprakelijkheid op? Bedrijven doen er verstandig aan in hun contracten en voorwaarden rekening te houden met mogelijke implicaties van beperkende maatregelen. Dat geldt uiteraard ook voor de logistieke sector.
En dan is er uiteraard het strafrecht. Overtreding van sanctie- of exportcontrolewetgeving levert een strafbaar feit op en kan resulteren in een vervolging en veroordeling daarvoor. Dat kan aanzienlijke reputatieschade tot gevolg hebben. Sancties worden in Nederland gehandhaafd via de Sanctiewet 1977 en de Wet Economische Delicten.
Vraagstukken rondom sancties en exportcontrole kunnen bijvoorbeeld relevant zijn bij:
Ploum heeft specialisten op alle terreinen die voor een geïntegreerde beantwoording van complexe vraagstukken op het terrein van sanctiewetgeving en exportcontrole nodig zijn. Denk onder meer aan:
Als u praktisch advies wilt over welk invloed bestaande sancties en exportcontrole hebben voor uw onderneming, neem dan contact op met de specialisten van Ploum.
Met uw inschrijving blijft u op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen op dit gebied. Vul hieronder uw gegevens in om per e-mail op te hoogte te blijven.
Blijf op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen in uw sector. Vul hieronder uw gegevens in om op maat gesneden juridische updates en uitnodigingen voor evenementen te ontvangen.
Volgen wat u interessant vindt
Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses
{phrase:advantage_3}
{phrase:advantage_4}
We vragen u om uw voor- en achternaam zodat wij die kunnen gebruiken als u zich bijvoorbeeld inschrijft op een Ploum Kennisevent.
Er wordt automatisch een wachtwoord voor u aangemaakt. Zodra uw account is aangemaakt ontvangt u dit wachtwoord in een welkomstmail. U kunt er direct mee inloggen. Dit wachtwoord kunt u indien gewenst ook zelf aanpassen via de wachtwoord vergeten functie.