20 jan '23
Onlangs heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat dit mogelijk is in een zaak van twee reizigers tegen een Duitse reisorganisator, FTI Touristik GmbH (“FTI Touristik”). De reizigers vorderden een prijsverlaging van een pakketreis naar aanleiding van beperkingen die op de reisbestemming waren opgelegd om de verspreiding van de Covid-19 pandemie tegen te gaan en vanwege hun gedwongen vervroegde terugkeer naar huis.
Wat was er aan de hand? Twee Duitse reizigers hadden een pakketreis geboekt van Duitsland naar Gran Canaria voor de periode van 13 tot en met 27 maart 2020. Helaas voor de reizigers viel deze vakantie samen met de uitbraak van Covid-19 in Europa en de daarbij bijbehorende maatregelen waardoor hun vakantie heel anders uitpakte dan verwacht. Twee dagen na aankomst in het hotel werden de zwembaden gesloten, mochten de ligstoelen niet meer worden gebruikt, werd het animatieprogramma geannuleerd en mochten de gasten de kamer alleen verlaten om te eten. Kortom, dit was niet wat de reizigers zich hadden voorgesteld bij een ontspannen vakantie naar de zon. Op 18 maart werd de reizigers medegedeeld dat zij zich gereed moesten houden om het eiland op ieder moment te kunnen verlaten en twee dagen later (op 20 maart) moesten de verzoekers daadwerkelijk terugkeren naar Duitsland. Na terugkomst verzochten de reizigers hun reisorganisator FTI Touristik om een prijsverlaging van 70%. FTI Touristik weigerde de prijsverlaging toe te kennen, omdat zij meende dat zij niet aansprakelijk kan worden gesteld voor een “algemeen levensrisico” en de reisorganisator dit type risico aansprakelijkheid uitsluit.
Wat wordt gezien als “algemeen levensrisico”? Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de reiziger, los van de reisdiensten van de pakketreis, een ongeval op zijn vakantiebestemming heeft en bijvoorbeeld een been breekt, ziek wordt, het slachtoffer is van een strafbaar feit of om andere persoonlijke redenen niet langer in staat is om verder van deze diensten gebruik te maken.
De reizigers vingen in eerste aanleg bot, maar gingen in hoger beroep bij het Landsgericht München, waarbij het aankwam op de uitlegging van de Richtlijn Pakketreizen (2015/2302) (hierna: de “Richtlijn”). Het Landsgericht formuleerde twee vragen: (i) of de beperkingen in Gran Canaria deel uitmaken van dit “algemeen levensrisico” en (ii) of de maatregelen in Spanje gelden als “buitengewone omstandigheden” of als “gewone omstandigheden” in de zin van de Richtlijn, omdat op hetzelfde moment ook beperkende maatregelen in Duitsland golden.
Buitengewone omstandigheden zien op een situatie die zich voordoet onafhankelijk van de wil van de partij die zich daarop beroept en waarvan de gevolgen ondanks alle redelijke voorzorgsmaatregelen niet te vermijden waren.
Het Landsgericht stelde vervolgens de prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie of beperkingen in verband met een op de plaats van bestemming heersende besmettelijke ziekte ook een geval van non-conformiteit in de zin van artikel 14, lid 1, van de Richtlijn opleveren wanneer die beperkingen wegens de wereldwijde verspreiding van die besmettelijke ziekte zowel in de woonplaats van de reiziger als in andere landen zijn opgelegd.
Hoe zit het ook alweer met het recht op prijsverlaging voor reizigers onder de Richtlijn? Uit artikel 14 van de Richtlijn (in Nederland geïmplementeerd in artikel 7:511 BW) blijkt dat de reiziger in beginsel recht heeft op prijsverlaging voor iedere periode dat er sprake was van non-conformiteit, tenzij de reisorganisator bewijst dat de non-conformiteit aan de reiziger is toe te rekenen.
Non-conformiteit houdt in: het niet of niet goed uitvoeren van de reisdiensten die deel uitmaken van de pakketreis. Voor de vraag of hier sprake van is moeten de in de pakketreis begrepen diensten worden vergeleken met de diensten die feitelijk ten behoeve van de reiziger zijn verricht.
Volgens het Hof is de oorzaak van de non-conformiteit (en de vraag of de non-conformiteit de reisorganisator is toe te rekenen) irrelevant. Zodra er objectief gezien sprake is van non-conformiteit heeft de reiziger recht op prijsverlaging, tenzij de non-conformiteit aan de reiziger is toe te rekenen. Dit recht van prijsverlaging wordt dus ook aan de reiziger toegekend in geval van “buitengewone en onvermijdbare omstandigheden” waarop de reisorganisator geen invloed kon uitoefenen. Ook de vraag of de maatregelen gezien worden als een “algemeen levensrisico” is hiervoor niet van belang. Indien de reisorganisator aantoont dat sprake is van “buitengewone omstandigheden” is een reisorganisator weliswaar niet aansprakelijk voor de schade die een reiziger oploopt als gevolg van non-conformiteit volgens artikel 14 lid 3 van de Richtlijn (artikel 7:511 lid 2 BW), maar een reiziger behoudt zijn recht op prijsverlaging. Schade en een recht op prijsverlaging zijn immers twee verschillende dingen.
Vervolgens is het aan het Landsgericht om te beoordelen of in dit geval alle opgelegde beperkingen (de sluiting van de zwembaden, het ontbreken van animatieprogramma, het feit dat er geen gebruik kon worden gemaakt van de stranden op Gran Canaria en het feit dat het eiland niet bezichtigd kon worden) kunnen worden aangemerkt als het niet of niet goed uitvoeren van de reisovereenkomst door de reisorganisator. Ook moet volgens artikel van 14 van de Richtlijn de prijsverlaging passend zijn en zal het Landsgericht moeten beoordelen of de prijsverlaging van de pakketreis overeenkomt met de waarde van de niet conforme reisdiensten. Het Hof van Justitie is in ieder geval duidelijk: Covid-19 maatregelen ter plekke kunnen wel degelijk leiden tot prijsverlaging, zelfs als die maatregelen in de woonplaats van de reiziger (en andere landen) ook gelden.
Ook Nederlandse pakketreizigers kunnen wellicht nog aanspraak maken op prijsverlaging. Volgens Frank Radstake van de ANVR is de uitspraak van het Hof echter weinig verassend. De ANVR paste de Richtlijn al zo toe: “Het is goed dat de rechter expliciet duidelijkheid geeft over situaties met corona, maar verder is dit gewoon een uitleg van de Europese richtlijn die in 2018 in de Nederlandse wet is opgenomen en die wij ook zo toepassen” (bron voor dit citaat: AD 12 januari 2023).
Voor vragen over reisovereenkomsten kunt u contact opnemen met Dorine ten Brink en Merel van Bunge.
Contact
01 nov 24
21 okt 24
14 okt 24
13 okt 24
09 okt 24
07 okt 24
27 sep 24
13 sep 24
13 aug 24
13 aug 24
19 jul 24
17 jul 24
Met uw inschrijving blijft u op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen op dit gebied. Vul hieronder uw gegevens in om per e-mail op te hoogte te blijven.
Blijf op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen in uw sector. Vul hieronder uw gegevens in om op maat gesneden juridische updates en uitnodigingen voor evenementen te ontvangen.
Volgen wat u interessant vindt
Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses
{phrase:advantage_3}
{phrase:advantage_4}
We vragen u om uw voor- en achternaam zodat wij die kunnen gebruiken als u zich bijvoorbeeld inschrijft op een Ploum Kennisevent.
Er wordt automatisch een wachtwoord voor u aangemaakt. Zodra uw account is aangemaakt ontvangt u dit wachtwoord in een welkomstmail. U kunt er direct mee inloggen. Dit wachtwoord kunt u indien gewenst ook zelf aanpassen via de wachtwoord vergeten functie.