02 mei '23
Op 23 maart 2021 liep de Ever Given, één van de grootste containerschepen ter wereld, aan de grond in het Suezkanaal. Het 400 meter lange schip blokkeerde één van de belangrijkste kanalen voor de scheepsvaart. Als gevolg van deze blokkade ontstond er een enorme file aan zeeschepen, goed voor zo’n 400 miljoen dollar (aan goederen) per uur wat werd tegengehouden.
De economische druk om de Ever Given los te krijgen was aanzienlijk. Aan SMIT Salvage (“SMIT”), een dochteronderneming van Boskalis, de moeilijke taak om de Ever Given te bergen. In samenwerking met de Egyptische autoriteiten stelde SMIT meerdere plannen op om de Ever Given los te krijgen. Uiteindelijk lukte het SMIT om op 29 maart 2021 (6 dagen nadat het schip aan de grond liep) de Ever Given los te krijgen.
Logischerwijs wilde SMIT nadien betaald worden voor haar (succesvolle) bergingswerkzaamheden, maar dat ging niet zonder slag of stoot. De Japanse eigenaar van de Ever Given, Higaki Sangyo Kaisha (“Kaisha”), betwistte namelijk de rekening van SMIT. Als gevolg hiervan spande SMIT een procedure aan in het Verenigd Koninkrijk. In deze blog wordt kort stilgestaan bij de uitspraak die het Britse High Court op 30 maart jl. heeft gedaan inzake deze kwestie.
Het recht op een bergingsvergoeding (“hulploon”) ontstaat wanneer iemand als vrijwilliger (dat wil zeggen zonder enige voorafgaande contractuele of andere wettelijke verplichting daartoe) een schip, lading, vracht of ander erkend voorwerp redt of daaraan bijdraagt. In dat opzicht is het hulploon dus een (stimulerende) beloning voor het feit dat een vrijwilliger iemand te hulp schiet die zich in een gevaarlijke situatie bevindt.
Een bergingssituatie ontstaat wanneer een reder (in casu: Kaisha) een hulpaanbod van een berger (in casu: SMIT) aanvaardt. In zoverre is de regeling contractueel, maar het is geen overeenkomst voor diensten met een vooraf overeengekomen vergoeding. In plaats daarvan bepaalt artikel 13 van het Internationale Verdrag inzake Hulpverlening, Londen 1989 (“Verdrag”), dat het hulploon afhankelijk is van meerdere factoren:
“
Opgemerkt dient te worden dat het voorgaande niet betekent dat het niet is toegestaan voor partijen om een (bindende) overeenkomst aan te gaan ten aanzien van de bergingswerkzaamheden. Een bekend en veelal gebruikt contract is de Lloyd’s Standard Form of Salvage Agreement, beter bekend als Lloyd’s Open Form (LOF). Deze standaardovereenkomst wordt internationaal veelvuldig gebruikt bij het sluiten van hulpverleningsovereenkomsten. Dit contract gaat uit van een ‘no cure, no pay’-principe. Dat wil zeggen: als de berging niet slaagt, hoeft er niet betaald te worden.[1]
In de onderhavige procedure was in geschil of partijen wel of niet een bindende overeenkomst waren aangegaan met elkaar. Kaisha stelt dat partijen wel degelijk een bindende overeenkomst zijn aangegaan en wijst hiertoe op de e-mailwisseling tussen partijen. Volgens Kaisha zouden partijen akkoord zijn gegaan met een “globale overeenkomst”, welke overeenkomst partijen op een later moment zouden voorzien van de benodigde details. Op grond hiervan was Kaisha van standpunt dat SMIT geen recht heeft op hulploon, nu zij heeft gehandeld op grond van een overeenkomst en niet als een vrijwilliger. SMIT daarentegen stelt dat er geen overeenkomst van toepassing was.
Het hof benadrukt dat partijen uitdrukkelijk hebben aangegeven dat zij enkel akkoord zouden gaan met een volledige (en aldus gedetailleerde) overeenkomst. Het feit dat partijen een aantal globale afspraken zijn overeengekomen is dus niet voldoende, aldus het hof. Het hof vervolgt dat latere aanvullingen en opgestelde concepten van partijen deze situatie niet doen veranderen nu partijen nooit akkoord hebben gegeven voor een definitieve overeenkomst.
Het Britse High Court is aldus van oordeel dat er géén overeenkomst van toepassing was tussen partijen ten aanzien van de bergingswerkzaamheden. Dit betekent dat de weg openligt voor SMIT om hulploon te vorderen overeenkomstig het Verdrag. In het onderhavige geval vordert SMIT (naar verluidt) 35 miljoen dollar. Aangezien de geredde waarde is begroot op 1 miljard dollar, zal de vordering van SMIT vermoedelijk zonder veel problemen worden toegewezen.
De specialisten uit ons Team Internationale Handel, Douane en Transport staan u graag bij indien u vragen heeft over dit onderwerp, of over andere kwesties rondom internationale handel, douane of transportwetgeving. Door onze jarenlange ervaring in onder meer de internationale handel en transport, kunnen wij u snel en effectief van dienst zijn. Indien u vragen heeft over dit onderwerp, kunt u contact opnemen met één van onze teamleden of neem rechtstreeks contact op met Marijn van Tuijl (m.vantuijl@ploum.nl) of Jikke Biermasz (j.biermasz@ploum.nl).
[1] Een Special Compensation P&I Club (SCOPIC) clausule bevat hierop een uitzondering.
01 nov 24
21 okt 24
14 okt 24
13 okt 24
09 okt 24
07 okt 24
27 sep 24
13 sep 24
13 aug 24
13 aug 24
19 jul 24
17 jul 24
Met uw inschrijving blijft u op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen op dit gebied. Vul hieronder uw gegevens in om per e-mail op te hoogte te blijven.
Blijf op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen in uw sector. Vul hieronder uw gegevens in om op maat gesneden juridische updates en uitnodigingen voor evenementen te ontvangen.
Volgen wat u interessant vindt
Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses
{phrase:advantage_3}
{phrase:advantage_4}
We vragen u om uw voor- en achternaam zodat wij die kunnen gebruiken als u zich bijvoorbeeld inschrijft op een Ploum Kennisevent.
Er wordt automatisch een wachtwoord voor u aangemaakt. Zodra uw account is aangemaakt ontvangt u dit wachtwoord in een welkomstmail. U kunt er direct mee inloggen. Dit wachtwoord kunt u indien gewenst ook zelf aanpassen via de wachtwoord vergeten functie.