Op 1 oktober 2023 treedt de Carbon Border Adjustment Mechanism verordening (hierna: “CBAM” of “verordening”) in werking, aldus de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie op 16 mei jl.¹ CBAM, een CO2-grensheffing, vormt een belangrijk onderdeel van het ‘Fit for 55’-pakket van de Europese Unie. Met het ‘Fit for 55’-pakket beoogt de Europese Unie om tussen nu en 2030 de netto-uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55% te verminderen. Deze doelstelling is onderdeel van het Europese Green Deal pakket.
Onder het CBAM zal aan de grens op bepaalde goederen, die buiten de landen die aan CBAM meedoen², zijn geproduceerd en die in CBAM-landen worden ingevoerd, een koolstofdioxideheffing worden toegepast. Hiermee wil de Europese Unie zorgen voor een gelijkwaardige CO2-beprijzing van Europese goederen en goederen die vanuit derde landen (niet-CBAM landen) worden ingevoerd, om op die manier bedrijven binnen en buiten de Europese Unie aan te sporen om koolstofdioxidearmer te produceren. Omgekeerd is CBAM natuurlijk evenzeer bedoeld om de Europese bedrijven geen nadeel te laten ondervinden van concurrentie uit landen waar niet of minder op CO2 reductie wordt aangestuurd.
In dit artikel wordt uitgelegd wat het CBAM precies inhoudt, hoe deze koolstofdioxideheffing wordt berekend en welke instanties belast zijn met het toezicht op deze koolstofdioxideheffing.
Het CBAM past een koolstofdioxideheffing toe op de invoer van goederen waarvan de (buiten de Europese Unie) productie koolstofdioxide-intensief is en waarvoor het risico van koolstofdioxidelekkage naar niet-EU landen groot wordt geacht. Volgens bijlage I van het CBAM vallen hier de volgende goederen onder: ijzer, staal, meststoffen, waterstof, aluminium, elektriciteit, cement en zogenaamde indirecte uitstoters (hierna: “CBAM-goederen”). Hoewel het uiteindelijk de bedoeling is om deze lijst uit te breiden met goederen waarvan de productie minder koolstofdioxide-intensief is, houdt de verordening vooralsnog enkel rekening met deze goederen waarvan de productie als zeer CO2 intensief geldt.
Bij het importeren van CBAM-goederen dient een importeur CBAM-certificaten over te leggen aan de bevoegde CBAM-autoriteit. Het aantal vereiste CBAM-certificaten die een importeur dient over te leggen is afhankelijk van de hoeveelheid aan CBAM-goederen die de importeur beoogt te importeren evenals de emissiewaarde(s) (in ton) van deze goederen. Eén CBAM-certificaat staat gelijk aan één ton CO2-uitstoot. Naarmate er dus meer ton aan CO2 wordt uitgestoten vanwege de productie van de CBAM-goederen, zullen er dus meer CBAM-certificaten moeten worden overgelegd, en dus meer koolstofdioxideheffing worden betaald.
De verplichting om CBAM-certificaten aan te schaffen, en dus koolstofdioxideheffing te moeten betalen, om de desbetreffende goederen in de Europese Unie in te voeren, geldt echter niet direct op het moment van de inwerkingtreding van het CBAM. Na de inwerkingtreding van het CBAM op 1 oktober 2023, volgt namelijk eerst een overgangsfase. Deze overgangsfase duurt tot en met 31 december 2025.
In deze overgangsperiode (en deels in de periode daarna) zullen de gratis af te geven EU-ETS emissierechten langzaam worden afgebouwd en het CBAM stapsgewijs worden ingevoerd. Een eerste stap hierbij is dat importeurs van de CBAM-goederen een rapportageplicht hebben jegens de CBAM-autoriteit. Zij zullen elk kwartaal de CBAM-autoriteit informatie moeten verschaffen over de invoer van hun CBAM-goederen. Denk hierbij aan de totale hoeveelheid CBAM-goederen die zij per kwartaal hebben geïmporteerd en de hoeveelheid (in)directe broeikasgassen die zijn uitgestoten bij de productie van deze CBAM-goederen. Het doel van deze rapportageverplichting is om bedrijven alvast bewust te maken van hun verplichtingen onder het CBAM en de bijbehorende procedures, en hen de tijd te geven om hun bedrijfsvoering daarop in te richten.
Vanaf 1 januari 2026, als de overgangsperiode voorbij is, dienen de importeurs zich door de bevoegde nationale CBAM-autoriteiten te laten registreren in het CBAM-register van de Europese Commissie en dienen zij een aanvraag voor de status van “toegelaten aangever” in te dienen. Indien er aan de in de verordening genoemde criteria is voldaan, krijgt de aanvrager de titel “CBAM-aangever”. Door deze registratie mogen CBAM-aangevers de CBAM-certificaten kopen en afgeven. Met de term aangever wordt bedoeld het begrip aangever in de EU douaneregelgeving, dus degene op wiens naam een aangifte ten invoer wordt gedaan (en dus niet diens direct vertegenwoordiger).
De CBAM-certificaten worden door de lidstaten op een gemeenschappelijk platform verkocht aan de toegelaten CBAM-aangevers. Ten aanzien van het bepalen van de prijs van de CBAM-certificaten is in de verordening opgenomen dat het CBAM nauw moet aansluiten bij de EU-ETS prijs, om zo het beoogde nut van het CBAM (een gelijk speelveld) te behouden. De prijs van CBAM-certificaten wordt hiermee vastgesteld op de berekende gemiddelden van de wekelijkse veilingen van de EU-ETS emissierechten uitgedrukt in €/ton uitgestoten CO2. De hoeveelheid aan te schaffen CBAM-certificaten is, zoals hierboven al vermeld, afhankelijk van de hoeveelheid in te voeren CBAM-goederen en hun emissiewaarden. Deze worden in principe berekend op basis van de daadwerkelijk opgetreden directe (en in bepaalde gevallen indirecte³) emissies bij de productie van de goederen.
Elk jaar dient de CBAM-aangever een verklaring in te dienen bij de bevoegde autoriteit van de door hem ingevoerde CBAM-goederen en de gerelateerde emissiewaarden over het voorafgaande jaar, en dient hij het corresponderende aantal CBAM-certificaten in te dienen in het CBAM-register. In bepaalde gevallen kan het voorkomen dat de CBAM-aangever minder CBAM-certificaten hoeft in te dienen dan hij op basis van de berekende emissiewaarden aanvankelijk zou moeten. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn wanneer de importeur in het land waar de goederen zijn geproduceerd al een koolstofdioxideheffing heeft betaald. In dat geval hoeft de importeur niet twee keer te betalen voor de betreffende koolstofdioxideheffing.
Een CBAM-aangever heeft elk jaar uiterlijk tot 31 mei de tijd om bovengenoemde verklaring in dienen bij de bevoegde CBAM-autoriteiten. Is de verklaring onjuist of laat de CBAM-aangever na deze in te dienen, dan zal de bevoegde CBAM-autoriteit het aantal CBAM-certificaten bepalen aan de hand van een voorlopige berekening op basis van algemeen bekende waarden aan de hand van invoeraangiftes. Indien een CBAM-aangever uiteindelijk onvoldoende CBAM-certificaten indient, dan vermeldt hij dat in zijn aangifte en dan zal hem een boete worden opgelegd. In de verordening wordt deze boete gelijkgesteld aan een boete wegens overmatige emissie. Een dergelijke boete bedraagt 100 EUR voor elke ton voor de geïmporteerde goederen uitgestoten CO2 waarvoor geen CBAM-certificaat is afgegeven.
Verschillende organisaties en organen spelen een rol in het kader van toezicht op of controle van de bepalingen van het CBAM. Hiertoe kan onderscheid worden gemaakt tussen douaneautoriteiten, de Europese Commissie en de bevoegde CBAM-autoriteit. En hoewel deze organisaties/organen elk hun eigen rol hebben ten aanzien van het CBAM, is er ook sprake van overlap en samenwerking.
De douaneautoriteiten hebben een toezicht- en registratietaak bij het in het vrije verkeer brengen van de CBAM-goederen door middel van een invoeraangifte per geïmporteerde zending. Hiervoor kwam de overgangsperiode al aan bod. Tijdens deze overgangsperiode van 1 januari 2023 tot 1 januari 2026 dienen de douaneautoriteiten importeurs (of later: CBAM-aangevers) tijdig te informeren dat zij per 1 januari 2026 een CBAM-registratieplicht hebben bij de bevoegde CBAM-autoriteit die belast is met het uitvoeren van het CBAM. Vanaf 1 januari 2026 bestaat de taak van de douaneautoriteiten uit twee elementen. Allereerst staan de douaneautoriteiten alleen de invoer toe van die CBAM-goederen die door CBAM-aangevers zijn geregistreerd bij de bevoegde CBAM-autoriteit. Ten tweede dienen de douaneautoriteiten bij de invoer van die CBAM-goederen deze te controleren op de juistheid van de CBAM-aangifte aan de hand van de EU-brede standaarden. De Europese Commissie zal deze gezamenlijke risicocriteria en standaarden vaststellen voor de controles van aangiften voor het brengen van goederen in het vrije verkeer.
Voor wat betreft de Europese Commissie bepaalt de verordening dat zij, naast haar andere taken, ook als toezichthouder optreedt bij de beoordeling van CBAM-aangiften. Zij zal, naast de bevoegde CBAM-autoriteit, voornamelijk de CBAM-aangiftes beoordelen overeenkomstig een door haar opgestelde beoordelingsstrategie. Het feit dat de Europese Commissie hier zelf (mede) initiatief neemt, geeft aan dat zij kennelijk een zekere mate van invloed wenst te hebben.
De verordening bepaalt dat iedere lidstaat een bevoegde autoriteit aanwijst die “belast is met de uitvoering van de functies en taken uit hoofde van deze verordening”. Zoals gezegd is dat voor Nederland de NEa.
Het moge duidelijk zijn dat het CBAM een aanzienlijk effect zal hebben op (internationale) bedrijven die CBAM-goederen produceren, zowel binnen als buiten de EU. Bedrijven die met de productie van hun goederen onder het CBAM vallen (of verwachten dat zij onder het CBAM vallen) zullen de overgangsperiode goed moeten gebruiken om voor zichzelf inzichtelijk te maken hoeveel de kosten (ongeveer) zullen bedragen en wat voor een invloed deze kosten zullen hebben op hun bedrijf. De Europese Commissie hoopt hiermee natuurlijk dat bedrijven nu al (de eerste) stappen zullen nemen om hun productieprocessen te verduurzamen, zodat zij per 1 januari 2026 minder koolstofdioxideheffingen hoeven te betalen. Voorts zullen bedrijven moeten bepalen wie de CBAM-aangever zal worden en hoe zij aan de verplichtingen van het CBAM gaan voldoen. Het is in dat kader bovendien van groot belang om de juiste formaliteiten in acht te nemen. Indien dit niet goed geregeld is, riskeren bedrijven aanzienlijke boetes (bovenop de bedragen die zij al moeten betalen voor de CBAM-certificaten). Daarentegen is het ook zaak voor de douaneautoriteiten, de Europese Commissie en de CBAM-autoriteit(en) om hun processen goed in te regelen.
Met uw inschrijving blijft u op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen op dit gebied. Vul hieronder uw gegevens in om per e-mail op te hoogte te blijven.
Blijf op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen in uw sector. Vul hieronder uw gegevens in om op maat gesneden juridische updates en uitnodigingen voor evenementen te ontvangen.
Volgen wat u interessant vindt
Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses
{phrase:advantage_3}
{phrase:advantage_4}
We vragen u om uw voor- en achternaam zodat wij die kunnen gebruiken als u zich bijvoorbeeld inschrijft op een Ploum Kennisevent.
Er wordt automatisch een wachtwoord voor u aangemaakt. Zodra uw account is aangemaakt ontvangt u dit wachtwoord in een welkomstmail. U kunt er direct mee inloggen. Dit wachtwoord kunt u indien gewenst ook zelf aanpassen via de wachtwoord vergeten functie.