28 sep '22
Dit artikel is geschreven door één van onze student-stagiaires: Paulina Zweekhorst
Op 23 september 2022 heeft advocaat-generaal Ruth de Bock de Hoge Raad geadviseerd over een bepaling in uitzend-cao’s (NBBU-cao en ABU-cao), waarin staat dat de arbeidsovereenkomst bij ziekte of na een ongeval van de uitzendkracht onmiddellijk wordt geacht te zijn beëindigd op verzoek van de inlener. De advocaat-generaal is van mening dat een dergelijk uitzendbeding bij ziekte niet rechtsgeldig is.
De uitzendkracht in de betreffende zaak heeft tijdens zijn werkzaamheden als machine operator een arbeidsongeval gehad, waarbij twee vingers van zijn hand deels zijn geamputeerd. Als gevolg van dit arbeidsongeval heeft de uitzendkracht zich ziekgemeld, waarna zijn arbeidsovereenkomst onmiddellijk is beëindigd. Het uitzendbureau beriep zich hierbij op het uitzendbeding uit de van toepassing verklaarde NBBU-cao, waarin staat dat een uitzendovereenkomst ten einde komt doordat de uitzendkracht de bedongen arbeid niet langer wil of kan verrichten. In geval van ziekte of een ongeval van de uitzendkracht wordt de terbeschikkingstelling bovendien met onmiddellijke ingang geacht te zijn beëindigd op verzoek van de inlener.
Volgens het hof Den Haag is de toepassing van een dergelijk uitzendbeding bij ziekte of arbeidsongeschiktheid van de uitzendkracht in strijd met de wet, omdat het sinds de inwerkingtreding van de WWZ op 1 juli 2015 niet meer mogelijk is om bij cao af te wijken van het opzegverbod tijdens ziekte.
In haar advies stelt de advocaat-generaal dat het uitzendbeding niet tot strekking heeft om af te wijken van het opzegverbod tijdens ziekte. Aangezien het in dit beding gaat om een beëindiging van de uitzendovereenkomst van rechtswege, en niet om opzegging van de overeenkomst, acht de advocaat-generaal de redenering van het hof niet aannemelijk.
Toch is de advocaat-generaal van mening dat het uitzendbeding niet houdbaar is als het wordt ingeroepen bij ziekte van een uitzendkracht. Dit motiveert de advocaat-generaal als volgt.
De advocaat-generaal stelt dus dat het uitzendbeding niet houdbaar is als het wordt ingeroepen bij ziekte van een uitzendkracht, omdat het in strijd is met artikel 7:691 lid 2 BW en omdat het als een niet rechtsgeldige ontbindende voorwaarde moet worden aangemerkt. Zou de Hoge Raad meegaan in de conclusie van de advocaat-generaal, dan zal dit betekenen dat uitzendovereenkomsten niet vanwege ziekte kunnen eindigen. Dit heeft mogelijk gevolgen voor de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte voor uitzendwerkgevers, en mogelijk ook voor de lengte van uitzendovereenkomsten.
De uitspraak van de Hoge Raad over de vraag of het uitzendbeding bij ziekte van een uitzendkracht rechtsgeldig is, is voorlopig bepaald op 17 maart 2023. Wij houden deze uitspraak natuurlijk in de gaten en voorzien u van updates.
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met ons Team Arbeidsrecht.
01 nov 24
21 okt 24
14 okt 24
13 okt 24
09 okt 24
07 okt 24
27 sep 24
13 sep 24
13 aug 24
13 aug 24
19 jul 24
17 jul 24
Met uw inschrijving blijft u op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen op dit gebied. Vul hieronder uw gegevens in om per e-mail op te hoogte te blijven.
Blijf op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen in uw sector. Vul hieronder uw gegevens in om op maat gesneden juridische updates en uitnodigingen voor evenementen te ontvangen.
Volgen wat u interessant vindt
Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses
{phrase:advantage_3}
{phrase:advantage_4}
We vragen u om uw voor- en achternaam zodat wij die kunnen gebruiken als u zich bijvoorbeeld inschrijft op een Ploum Kennisevent.
Er wordt automatisch een wachtwoord voor u aangemaakt. Zodra uw account is aangemaakt ontvangt u dit wachtwoord in een welkomstmail. U kunt er direct mee inloggen. Dit wachtwoord kunt u indien gewenst ook zelf aanpassen via de wachtwoord vergeten functie.